
Begin april krijg ik een mail met als onderwerp ‘herinnering’. Er hoort een gedicht bij.
‘Dag, ik verloor lang geleden op 4-jarige leeftijd plots mijn moeder en heb daar de rest van mijn leven veel last van gehad.
Beetje boze stiefmoeder, nooit aangeraakt, weglopen bij vrouwen en veel therapie.
Toch nu al 20 jaar bij Martine en twee geweldige dochters. Mijn eigen moeder komt vaak om de hoek kijken. Ik koester die gedachten.’
Waar ze was
Wees stil zei een volwassene
wees stil en huil maar
van verdriet
vergeet niet wat je bent vergeten|
vergeet je moeder niet
Waar was ik toen
ze was gestorven
waar ben ik toen geweest
was ik alleen
was ik verlaten
dacht ik nog aan haar geest
En later sta ik bij haar graf
en vraag mijn vader
waar ze is
niet hier zei hij hier
is ze niet maar waar
dan wel dat zegt hij niet
april 2017
Ik mail terug:
‘Dank voor het delen van je levensverhaal. En wat heb je een prachtig gedicht geschreven. Het komt binnen en maakt me stil. Ik denk aan dat jongetje van vier, dat ineens zijn moeder verloor en zo alleen was. Het kostte je heel wat jaren, ook therapie. En nu ben je al 20 jaar met je vrouw en vader van twee kinderen. Meer dan de helft van je leven had je nodig om te komen waar je nu bent.
Je schrijft: elke dag denk ik even aan mijn moeder. Dat raakt me. Ze mocht maar 4 jaar voor je zorgen en ze is nog elke dag in je leven.
Ik wens je alle goeds!
Een dag later komt de volgende mail terug:
‘Ik wil, behalve het gedicht dat ik je stuurde iets uitgebreider reageren.
Wolfheze, 1957. We logeren bij oma en mijn moeder is ziek. Een zware griep denken ze. Maar het gaat mis. Het poliovirus slaat toe, er is geen redden meer aan. Ze sterft. 30 jaar oud, zwanger en twee kleine zoontjes van 2 en 4 jaar.
Ik ben niet naar de begrafenis geweest. Men zei alleen dat ze in de hemel was. Als ik wakker word bij mijn oom op de kamer vraag ik hem: ‘Mamma nou?’ Dat vertelde hij me onlangs op de begrafenis van een oom. Bij het graf van mijn moeder moeten we allebei huilen.
Mijn vader kon er niet over praten, dat emotioneerde hem te veel. De stiefmoeder die volgde had het regelmatig over ‘jouw zoons’. Ik wilde haar niet aanraken en ze mocht mij ook niet aanraken. Natuurlijk volgen er therapieën en zelfs een Freudiaanse psychiater helpt me. Een dode moeder en een stiefmoeder die ik niet lief vond. Elke dag (ik ben nu 63) denk ik even aan mijn moeder. Schrijf over haar.
Wanneer we een steentje op haar graf legden stond mijn vader op enige afstand en zei ’daar ligt ze niet’. ‘Waar dan wel?’, dacht ik geschrokken. Gelukkig hebben ooms en tantes me uitgebreid over haar verteld. Gelukkig heb ik mijn schrik voor vrouwen aan de kant kunnen en durven zetten. Gelukkig ben ik op mijn 50e vader geworden en drie jaar later nog eens. Heb mijn oudste dochter naar mijn moeder vernoemd.
Fijn dat ik dit kwijt kon.
Hartelijke groeten’
Naschrift:
Bedankt dat ik dit bijzondere verhaal mag delen in dit blog! In jouw moeder eer ik alle moeders die te jong overleden.
Geef een antwoord