
Na afloop van de wekelijkse Zen- en Feldenkreisles zitten we met een kopje thee even na te praten. Het gesprek gaat over hoe verdriet wel of niet verwerkt kan worden. Over hoe oude pijn, als ze niet geheeld wordt, je lang last kan blijven bezorgen.
Ineens begint Margé over haar moeder te vertellen.
“Mijn moeder heeft drie kinderen verloren. Haar eerste, derde en haar zevende kindje. Twee keer werd een kindje na een zwangerschap van 8 maanden dood geboren, het waren allebei jongetjes. Ik denk dat mijn vader dat wel ergens heeft gemeld bij de gemeente, maar ze werden niet bijgeschreven in hun trouwboekje. Ze hebben wel een naam gekregen, we hebben altijd geweten dat er twee broertjes en een zusje waren die niet meer leefden.
Vooral dat zusje hield me bezig, ik had graag een zusje gehad, ik heb alleen maar broers.
Mijn vader moest de te vroeg geboren kindjes wegbrengen, in een kartonnen doos achter op zijn Solex. Ze werden begraven onder de heg bij het klooster, mijn ouders hebben nooit geweten waar. Een kind wat niet gedoopt was, mocht niet in gewijde grond worden begraven.
Eén kindje, een meisje, heeft 5 dagen geleefd. Mijn moeder was toen bevallen in het ziekenhuis; toendertijd moest je daar dan 10 dagen blijven. Mijn vader had thuis de zorg voor een kleintje. De zusters in het ziekenhuis zouden wel voor alles zorgen. Ook waar dit kindje is begraven hebben mijn ouders nooit geweten..
Binnen ons gezin heeft mijn moeder er wel altijd over gepraat, daarbuiten werd het niet begrepen. Wij als kinderen zagen het meer als een feit. Pas toen wij zelf kinderen kregen stonden we stil bij de achterliggende emoties. Toen mijn moeder ouder werd merkte ik aan haar dat ze er zo’n moeite mee had, dat de doodgeboren kindjes niet in haar trouwboekje stonden. Op een dag besloot ik eens te kijken of ik er iets aan kon doen. Ik dacht dat het misschien wel een heel moeizaam karwei zou worden. Tot mijn stomme verbazing waren de gegevens bij de gemeente binnen een half uur boven water. Ik stond te trillen op mijn benen. Al haar kinderen staan nu in het trouwboekje, er is een tastbaar bewijs van hun bestaan. Je had het gezicht van mijn moeder moeten zien!
Een paar jaar later overleed mijn vader. Mijn moeder wilde graag de namen van al haar kinderen op de rouwkaart.
In de loop van die week komt het verhaal regelmatig terug in mijn gedachten. Ik denk aan de moeder in het kraambed en haar lege armen. Aan die man en zijn eenzame tocht op de Solex.. Hoe was het toen ze opnieuw zwanger was? Hoe was het toen ze later opnieuw een bijna voldragen kindje verloor? Hoe was het om niet te weten waar je kindjes begraven zijn, geen kruisje met een naam.
Als ik Margé, na enkele dagen wikken en wegen, bel om te vragen of ik haar verhaal in deze nieuwsbrief mag beschrijven, reageert ze spontaan:”Maar natuurlijk. Als je wilt ga je maar eens mee naar mijn moeder. Ze vindt het nog zo fijn om daarover te praten.”
Een week later op een zonnige maandagmiddag praat ik met Margé’s moeder over haar leven.
Haar drie kinderen waren niet de enige verliezen. Margé zegt later:”Mijn moeder heeft veel meegemaakt, maar ze is niet verbitterd.” Die indruk maakt ze zeker niet, met haar 82 jaar maakt ze een vitale indruk. Over veerkracht gesproken!
Ook dit gesprek zal ik niet gauw vergeten.
En jij? Hoe is het verhaal van jouw leven?
Vertel je het wel eens aan een ander?
Luistert er iemand naar jou?
Geef een reactie