
“Puuuuuck, kom je naar beneden je vader staat op je te wachten!”. Het is dinsdagmiddag, wat betekent: tennisles. Papa vindt tennis misschien wel de leukste sport die er is en brengt mij dan ook standaard naar mijn les toe. Als we aankomen maakt hij altijd een kort praatje met de tennisleraar Peter. Als hij mij komt ophalen komt hij altijd tien minuten eerder, zodat hij nog een stuk van het afsluitende wedstrijdje kan zien. Ook vandaag loopt alles volgens schema. Na het praatje met Peter geeft hij mij een dikke kus op mijn voorhoofd. “Doei lieve Puck, sla ze de baan af he. Ik zie je straks”. Voordat ik begin met ballen rapen kijk ik nog een keer achterom naar papa, zoals we altijd doen, en hij geeft me een dikke knipoog.
De tennisles zit erop en het wedstrijdje is gespeeld. Geen papa. We ruimen met z’n allen op en Peter zegt dat hij papa wel even zal bellen. Geen gehoor. De moeder van mijn vriendinnetje Fleur belt daarna mijn mama op. Na mama te hebben gesproken hangt ze op. “Puck, mama is nog niet thuis dus je gaat even gezellig met Fleur en mij mee naar huis waar we wat eten en daarna komt mama oké?”
Ik knik en loop met ze mee richting de auto. Eenmaal aangekomen bij Fleur thuis rennen we meteen de trap op naar haar kamer om daar met de barbies te spelen. Het duurt niet lang tot ik mama haar stem van beneden hoor. “Puck, kom je naar beneden?”.
Ik loop vervolgens boos de trap af. “Mama ik heb hier nog helemaal niet avond gegeten, je bent te vroeg!”. Mama pakt zonder iets te zeggen m’n hand, bedankt de moeder van Fleur en loopt met me naar buiten. Ze is stil en ik vraag of er iets is. “Lieverd, niet schrikken maar papa ligt in het ziekenhuis.”
Ik snap nog steeds niet helemaal wat er aan de hand is. Misschien is papa gevallen en krijgt hij nu blauw gips om z’n arm, blauw, omdat hij weet dat dat mijn lievelingskleur is.
Op de weg naar huis zegt mama nog steeds niet veel. We rijden langs de snackbar om snel nog avondeten te halen. “Oeh mama mag ik alsjeblieft een surprise box?”. Mama knikt en ik ben door het dolle heen. Normaal gesproken krijg ik dat nooit. Terwijl ik mijn frietjes een voor een in m’n mond prop gaat de deurbel. Petra de beste vriendin van mama staat voor de deur. Wanneer ze binnenkomt kijkt ze me op een vreemde manier aan en vraagt aan mama: “Arm kind, begrijpt ze het al?”.
Het is laat en mama heeft me in haar en papa’s bed gelegd. Wanneer Petra weg is komt ze naast me liggen en pakt me stevig vast. “Lieverd, het gaat niet goed met papa. Hij ligt in een coma.” Ik heb nog niet zo lang geleden op school geleerd wat dat is.
“Als opa beer straks belt dan is dat omdat papa een engel is geworden.”
Een engel? “Maar mama, engelen kun je toch nooit zien of vasthouden?” Mama slikt. Trrrrring. De telefoon. Mama pakt me beet, snikt en ik voel tranen over mijn wangen rollen.
Vivian Bolderdijk
Mijn kleine menneke,
Is nu 23 jaar, hij was 7 jaar toen hij zijn vader en moeder verloor. Ik mis mijn broer nog iedere dag. Dat doet zoveel pijn) ! Maar hoeveel pijn moet hij dan voelen.
Je hebt het over je kleine menneke, dat 7 was toen het zijn beide ouders verloor. Het kind van je broer, die je nog elke dag mist. Hoe overleef je zo’n groot trauma in je leven? Hoe overbrug je zo’n breuklijn? Uit je betrokkenheid maak ik op dat je je bekommert om hem, toen en ook nu. Er spreekt zoveel liefde uit de aanhef ‘mijn kleine menneke’. Dat is van onschatbare waarde voor een kind, ook al is hij nu 23.