
Soms kan iets kleins me zomaar intens gelukkig maken. Op vakantie, begin september, werden we verschillende keren getrakteerd op een vogelconcert van een roodborstje. Het zat op nog geen twee meter afstand in een boom vlak bij onze tent. Ik denk ook aan een regenachtige avond: we aten vers stokbrood en soep uit een pakje. Het smaakte heerlijk en ik voelde me veilig, warm en droog.
Geluk kan me soms overvallen op een bepaalde plaats. Afgelopen zomer gebeurde dat twee keer heel duidelijk. In augustus deed ik mee met een workshop over natuurcoaching. Plaats van handeling: prachtige bossen in Baarn. Onze opdracht was: Stel jezelf aan de anderen voor door middel van een stilleven. Stel het samen met voorwerpen uit de natuur en zoek een geschikte plek om het neer te leggen. Ik hoefde niet te zoeken naar een plaats. Mijn oog was al eerder gevallen op een grote, stevige beukenboom. Het was vooral de voet van de stam, die me aantrok. Een gedeelte van de dikke, ronde wortels was zichtbaar boven de grond. Er groeide mos op. Daar maakte ik mijn stilleven met takjes en veertjes. Toen ik klaar was ben ik op de grond gaan zitten. Het maakte me gelukkig. Waarom? Ik voelde me gedragen door de aarde en beschut door de boom. Hij had al zoveel stormen getrotseerd en stond nog steeds onverstoorbaar rechtop. De gedachte aan zijn wortels diep de grond in, gaf me kracht. Twee dagen later was er een tweede workshop. Ik was zielsgelukkig toen ik weer naar ‘mijn plek’ kon om een andere opdracht te doen.
Weken later was onze vakantie. In Bretagne bezochten we op een middag het schiereiland Quiberon met zijn ‘cote sauvage’ (wilde kust). Het was een heldere dag met volop zon. We dwaalden over de ruige rotsen. Ik zou eindeloos daar op een rots kunnen zitten en uitkijken over de zee; luisteren naar het gebulder van de golven die breken op de rotsen, genieten van de oneindige weidsheid, het zilverkleurige zonlicht aan de horizon, het prachtige blauw-turkoise van het water, het wit van de koppen van de golven. De rotsen laten zien hoe, heel lang geleden, aardlagen tegen elkaar aan drukten en zich een weg zochten. Ooit waren die aardlagen vegetatie die versteend is, je ziet er allerlei kleuren in. En ik, zomaar een mens, zat daar op maandagmiddag van al dat moois te genieten. Die rotsen, de zee waren er lang voor mijn geboorte en zullen er nog steeds zijn, lang nadat ik mijn leven geleefd heb. Wat stelt mijn leven voor in vergelijking met de tijdloosheid van zee en rotsen? Toch voelde ik me levendiger dan ooit, verbonden met mijn omgeving.
Wat kan ik leren van die boom en wat van de zee?
Bij thuiskomst vond ik in het boek ‘Natuur werkt’ van Judith Zadok en Tini van de Wetering het volgende gedicht van Thich Nath Hanh:
Ik ben de boom
ik ben de zee
ik adem met de winden mee
er is geen voor, er is geen na
alles is een waar ik ook ga.
Wat maakt jou blij? Op welke plek voel jij je volmaakt gelukkig?
Beste
Er bestaat een eenvoudig liedje van ‘ ik ben de boom, ik ben de zee’
Hebben jullie daar de zangnoten, en indien mogelijk de akkoorden van.? En zou ik die kunnen krijgen. Met de letters van de noten komt ik al een eind, er hoeft geen notenbalk bij.
Dankjewel
Bea
Beste Bea,
Jammer hier kan ik je niet verder mee helpen.