
Bam!!! Virusaanval. Hier was ik niet op bedacht. Of was ik een tikje overmoedig? Een week geleden kwam s ’avonds een telefoontje van onze dochter in Utrecht. Buikgriep, ziek. Of we haar morgen kwamen ondersteunen bij de zorg voor haar baby. In de veronderstelling dat 8 weken Wim Hof-training ons genoeg weerstand opleverden, kwamen we graag tegemoet aan haar verzoek. Baby Tobias, anders altijd gemakkelijk en vrolijk, was nu hangerig. Dochter knapte op in de loop van de dag.
Twee dagen later kwamen de kindjes van onze oudste zoon logeren. Het was al lang geleden afgesproken. Ze hadden een leuke dag met vrienden gepland. Schoondochter vroeg nog of we het aandurfden. De kindjes waren alle 3 ziek geweest. Spugen, koorts. Oudste was wel fit maar hoestte nog; de twee jongsten waren nog niet helemaal fit. Hoesten en veel snotneuzen. Ze waren desondanks welkom. Het weekend verliep rustig maar gezellig. Op zondagmiddag leverden we ze fitter af, dan ze gekomen waren. Hun ouders waren uitgerust na een week met doorwaakte nachten en hadden het ook fijn gehad. Iedereen blij.
Wat gebeurde er?
Martien kroop maandag op de bank. Ik loop altijd wat achter; in de late dinsdagmiddag voelde ik de bui al hangen. Rare keel, spierpijn. Balen, balen.
Een slechte nacht. Een bonkend hoofd en spieren die aanvoelden alsof ik een marathon had gelopen. Pijnlijk, stijf en zo slap als een vaatdoek. Me omdraaien van de ene kant op de andere was een helse inspanning. Op mijn zij omhoogkomen en me ondersteunen met een arm lukte bijna niet.
Bam!!! En daar kwam de angst tevoorschijn.
De stille dreiging van de ziekte van Parkinson. Als een sluipend gevaar dat onverhoeds toe kan slaan. Zou zo de progressie aanvoelen? Is dit mijn voorland? Zwakkere en stijvere spieren?
In denk aan het bericht van een 72-jarige Amerikaanse Facebook-vriend van de Boostertribe. Hij is een van mijn bondgenoten en houdt van hardlopen. Net als ik doet hij alles wat hij kan, om in goede conditie te blijven en terugval te voorkomen. Om zijn 72e verjaardag te vieren daagde hij zichzelf uit om in 4 dagen 72 miles te lopen. Het lukte, met de nodige inspanning, maar hij flikte het. Hij steunt mij in mijn plan om in april 4 dagen te gaan hiken in de Annapurna in Nepal.
Een paar dagen geleden kreeg hij uit het niets zijn eerste ‘freeze’-ervaring. Je voeten willen vooruit maar blijven plakken. Gevolg: hij viel ongelukkig en kwam op de eerste hulp terecht. Ik deelde in zijn verdriet.
Ook slechte nachten gaan voorbij.
Donkere gedachten en angsten verschuiven naar de achtergrond, de zon schijnt zowaar. De dag breng ik door op de bank onder een dekentje.
De volgende nacht is heel anders. Opgelucht merk ik dat ik als vanouds, ook dat gaat met enige moeite, kan draaien in mijn bed. Mijn kracht komt terug, de spierpijn is een stuk minder. Rust in mijn hoofd, gelukkig. Nu kan ik het weer: leven in het hier en nu en blijven bij wat nu goed of wat minder goed gaat zonder angst te hebben voor wat komt.
Ik realiseer me dat veel mensen met een chronische ziekte zo leven.
Er kan van alles zijn: stilstand, verbetering of verslechtering. Onbeduidende signalen kunnen al gauw de reactie geven: ’Het zal toch niet?’ Het vanzelfsprekende vertrouwen in de eigen gezondheid is geschaad. Ik denk ook aan mensen die hersteld zijn van een ernstige ziekte als kanker b.v..
Mijn oud-collega rouwbegeleider Anke de Jong Koelé heeft er een nuttig boek over geschreven ‘Van overleven naar zinvol leven’.
Ook de dag is anders, gelukkig. Na een wam bad en met fris gewassen haren voel ik me al weer een stukje fitter. En ik krijg inspiratie en energie om dit stukje te schrijven.
Zo, en nu nog even onder mijn dekentje op de bank.
Geef een reactie