Anderen zeggen…..
Je bent in de rouw, je hebt iemand verloren. Mensen in je omgeving willen je ondersteunen en zeggen goedbedoeld allerlei dingen tegen je. Soms is het helpend, andere keren slaan ze plank mis.
Vrienden komen op bezoek, gezellig. Ik bak een appeltaart en ze blijven ook nog eten. Een goede vriendin van haar is een half jaar geleden weduwe geworden. Toen ze met pensioen ging werd haar man ziek. Hij heeft nog 4 jaar geleefd. Ik vraag hoe het nu met haar vriendin gaat. Ze heeft het zwaar. ‘Wat vind jij daar nu van als rouwdeskundige? Naar ons idee vlucht ze haar huis uit, ze vindt het verschrikkelijk om alleen te zijn. Het wordt toch ook onderhand tijd om zijn kleren eens op te gaan ruimen. Het huis is veel te groot voor haar. Er staan mooie appartementen te koop, zou dat iets voor haar zijn? Ze zou vrijwilligerswerk kunnen gaan doen.’
Tja, ik val even stil. Ze bedoelen het goed, daar twijfel ik niet aan. Voor buitenstaanders is het makkelijk om er iets van te vinden en ook nog oplossingen aan te dragen.
Ik begin met te zeggen, dat ik zelf geen idee heb hoe ik zou reageren als ik in haar schoenen zou staan. Iedereen rouwt anders. Ook al weet je dat iemand dood zal gaan, dan nog is de realiteit heel anders dan je je voor kon stellen. Je weet pas hoe het is als het jezelf overkomt. En elke mens zit anders in elkaar.
Het belangrijkste wat je kunt doen is wat je nu al doet. Er gewoon voor haar zijn. Naar haar luisteren als ze wil praten én haar wat afleiding bezorgen. Samen gaan fietsen en onderweg een kopje koffie drinken. Samen gaan winkelen.’
Hopelijk komt er een moment dat ze ’zichzelf aan de haren uit het moeras trekt’ zoals Herman de Mὄnnink schrijft. Ze zal b.v. zelf de stap moeten zetten om een nieuwe invulling aan haar dag te zoeken.
Hieronder een greep uit opmerkingen die nabestaanden te horen kregen van overigens goedwillende mensen in hun omgeving. Of reacties die ik oppikte in gesprekken met mensen. Nee, ik heb niets uit mijn duim gezogen. Nogmaals, mensen in de omgeving van iemand die een dierbare heeft verloren, bedoelen het goed. Ze hebben het beste met de ander voor. Hun reactie komt voort uit onmacht en/of onwetendheid.
Wat anderen zeggen:
• Heb je het al verwerkt?
Het suggereert dat er een eindpunt is. Rouwen zou iets zijn wat je actief doet en op een gegeven moment klaar is. Een illusie: de pijn van het verlies zal gaandeweg verzachten, het gemis zal blijven en de rouw kan soms onverwacht weer opduiken.
• Heb je het al een plaatsje gegeven?
Waar is dat plaatsje? Alsof je het verlies in een koffer stopt. Verlies kun je wél verweven met je leven. De liefde blijft en de dode zal altijd een plaats in je hart houden. Het verlies wordt deel van je levensverhaal.
• Weet je wat jij moet doen? Gewoon een andere aardige man zoeken.
• Ach, als je het eerste jaar maar hebt gehad; alle feestdagen, de eerste verjaardag, overlijdensdag.
Een achterhaald cliché. In het eerste jaar is de overledene nog dicht bij je. Juist in de jaren daarna wordt het missen groter en ‘nooit meer’ steeds voelbaarder.
• Je moet je verdriet wel uiten anders…
Tranen zijn geen tastbaar bewijs van de mate van verdriet. Iedereen beleeft zijn verdriet anders. De een is extraverter, kan zijn/haar gevoelens makkelijk uiten. De ander is meer naar binnen gekeerd en rouwt van binnen.
• Je moet vooruit, de draad weer oppakken!
Het is aan rouwende mensen zelf om dergelijke uitspraken wel of niet te doen.
• Vrouwen kunnen verlies beter verwerken, die praten makkelijker over hun gevoelens.
Vrouwen rouwen vaak anders dan mannen, hoewel ook hier de individuele verschillen altijd zullen blijven. Vrouwen zijn van nature meer op emoties gericht en mannen meer op doen en oplossingen aandragen. Vrouwen willen praten, mannen gaan hout hakken. Het kan allebei helpen om te gaan met een groot verlies. Het een is niet beter of slechter dan het andere. Belangrijker is elkaar de ruimte te geven het zo te doen als goed voelt.
• Jij bent altijd zo sterk, jij redt het wel!
De onuitgesproken boodschap is:’ Je mag niet kwetsbaar zijn.’
• Wat jou overkomen is, is erg. Maar wat mijn zus is heeft meegemaakt…..
Dit is niet helpend, integendeel. Je geeft de ander niet de ruimte en de erkenning die hij/zij nodig heeft. Je maakt het verlies van de ander kleiner. Bovendien heeft hij/zij genoeg aan zichzelf.
• Je moet maar snel hulp gaan zoeken!
Het is lang niet altijd nodig om hulp te zoeken bij rouw. Rouw is geen ziekte, het is een natuurlijk iets wat hoort bij het leven. Natuurlijk zijn er ook tal van redenen om juist wel rouwbegeleiding te gaan zoeken.
• Je zult hem/haar los moeten laten.
Iemand die dood is hoef je niet los te laten. Hij/zij zal voor altijd een plek houden in je hart. Alleen de relatie met hem/haar verandert. Je kunt de ander niet meer zien en aanraken, als je iets zegt krijg je geen antwoord terug. En toch blijft er een verbinding die mensen op hun eigen manier vorm geven.
• Volgens mij ben je nu wel toe aan rouwtaak 2.
Rouwtaken zijn slechts een indicatie hoe een rouwproces kan verlopen. Bovendien is er geen strikte volgorde en kunnen mensen tegelijkertijd met verschillende taken bezig zijn.
• Ik kan me helemaal voorstellen hoe je je voelt. Ik heb vorig jaar mijn oma verloren.
Iedere situatie en elk verlies is anders. Je kunt niet in het hart van de ander kijken en je staat niet in zijn of haar schoenen. Beter is het om te vragen: ’Hoe is dat voor je?’
• Als het maar goed blijft gaan met jullie relatie. Vaak gaan mensen die een kind verloren, uiteindelijk uit elkaar.
Dit is een van de hardnekkige clichees. Vaak groeien ouders juist dichter naar elkaar toe. Het percentage huwelijken dat uitmondt in een scheiding ligt hoog, nu rond de 40 %. Dus komt het ook voor bij ouders die een kind verloren.
• Je zult zien dat je er sterker uit komt!
Rouw maakt mensen kwetsbaarder. Het vertrouwen in de vanzelfsprekendheid van leven en gezond zijn krijgt een knauw. Het kost tijd om dit weer op te bouwen. Mensen kunnen uiteindelijk wel anders in het leven gaan staan. Ze beseffen meer wat echt belangrijk is en maken soms andere keuzes.
• Je moet de deur uit! Niet alsmaar in je eigen huis blijven.
• Je hebt nog zoveel om dankbaar voor te zijn.
• Je leven gaat door ook al ben je een kind verloren. Denk ook eens aan je andere kind!
• Hoe kan iemand een einde aan zijn leven maken? Beseft hij niet wat hij zijn vrouw, kinderen, familie aandoet?
• Misschien moet je een hond nemen.
Tijdens mijn opleiding interviewde ik mensen over hun ervaringen met rouw. Ook van hen een aantal uitspraken.
• Ik werd niet goed van mensen die me op een zielige toon aanspraken. Een vriendin was boos op me omdat ik niet op een afspraak kwam opdagen. Leg maar eens uit dat zelfs even bellen om af te zeggen, al teveel kan zijn.
•Toen ik weer zover was dat ik naar een feest kon gaan en daar ook van kon genieten en plezier kon maken, zag ik mensen wel denken: ’Is ze er nu al overheen?’ Ik mag wel niet denken voor anderen, maar het lag er wel dik bovenop.
• ‘Dat dit jou moest overkomen.’ Ik snap niet dat iemand dat kan zeggen. Mijn reactie was dan: ‘Waarom zou het mij niet overkomen.’ Het is botte pech, maar het gebeurt. Het leven gaat niet altijd zoals je het verwacht. Dat hoort bij het leven. Dat is niet altijd makkelijk, maar het is wel zo.
• Mensen zeggen:’ Je moet er eens even uit, fijne dingen doen!’ Wat moet je daarmee? Genieten gaat niet op commando. Alsof je die rugzak afdoet als je ergens naartoe gaat, alsof je niet alles meeneemt.
• Het is een cliché dat je na het eerste jaar het ergste heb gehad. Op onverwachte momenten miste ik hem zo. Niet op de speciale dagen, dan zette ik me schrap, dan viel het wel mee.
• Waar ik (vrouw na echtscheiding) niks mee kon: Opmerkingen als: Er komt wel weer een ander. De zon gaat wel weer schijnen. Het heeft 3 jaar gekost om weer verder te kunnen. Daarna ben ik het huis anders in gaan richten, heb dingen opgeruimd, het huis van mij gemaakt. Ik heb gedaan wat ik wilde, geen rekening gehouden met de kinderen. Bij een vriendin heb ik dat precies zo gezien. Toen het huis klaar was ontmoette ik mijn huidige partner.
• Ik vond het verschrikkelijk moeilijk om de veiligheid van mijn huis te verlaten. Het liefste wilde ik in mijn eigen wereld blijven. Het is niet door iedereen in dank afgenomen. Ik kreeg opmerkingen als: ’Ik zie je nooit meer, wanneer kom je weer eens een keer naar mij?’ Ze is er mensen door verloren.
Wat zeg je dan wel?
NIVEA –oftewel – Niet Invullen Voor Een Ander
OMA – oftewel – géén Oordeel Mening Advies
Twee ijzersterke regels voor iedereen. Of je nu hulpverlener, familie, vriendin, buurvrouw, collega of kennis bent van een rouwende. En er moet niets! Als iemand behoefte heeft om te praten, luister dan. Ook al heb je het verhaal al vaak gehoord. Als iemand in huilen uitbarst, blijf er gewoon bij en wacht tot de huilbui over is. Als iemand juist behoefte heeft aan afleiding en huis-tuin-en keukenpraat, is dat ook oké.
Het klinkt heel simpel, ik weet het. Ik ga zelf ook wel eens in de fout. Stem gewoon af op de ander. Goeie vragen zijn: ‘Hoe gaat het vandaag met je?’ ‘Wat heb je nodig?’ of ‘Waar heb je nu behoefte aan?’
Mensen die bij mij in begeleiding zijn geef ik altijd twee dingen mee:
• Zorg goed voor jezelf! Letterlijk, op tijd eten en slapen. En kijk wat je aankunt. Als feestjes, verjaardagen of andere verplichtingen teveel als last voelen, zeg dan gerust eens nee. Je mag je eigen welzijn voorop zetten. Dat is niet egoïstisch. (Met uitzondering van mensen die jonge kinderen hebben)
• Doe de dingen zó als goed voelt voor jou.