Een vrouw van begin 40 komt voor een kennismakingsgesprek. Nadat ze haar verhaal heeft verteld en de hulpvraag helder wordt vraag ik naar andere verliezen in haar leven. Haar reactie is er meteen:’ Ik weet niet wat er de laatste tijd om me heen gebeurt. De een na de ander.’ Haar wanhopige blik spreekt voor zich. Het is te veel en te dicht op elkaar na het overlijden van haar moeder. Een paar weken daarna heeft ze haar volledige baan weer opgepakt. Nu ze maanden verder is trekt ze het niet meer. De realiteit van de dood van haar moeder dringt zich steeds meer op. Wat minder werken brengt niet de rust waar ze op hoopte.
In mijn praktijk kom ik ze regelmatig tegen; mensen die in relatief korte tijd niet een, maar meerdere verliezen achter elkaar meemaken. Terwijl het eerste verlies vers is, komt er nog iets overheen. Hun veerkracht wordt danig op de proef gesteld. Hoe ga je daar mee om? Daar is geen eenduidig antwoord op te geven.
O.a. de aard van het verlies is bepalend. Is er iemand overleden die dicht bij je stond? Hoe was je relatie met hem of haar? Wat was de leeftijd van degene? Als je zelf rond de 50 bent en je verliest een broer of zus, kan dat er behoorlijk inhakken. Ouders die een kindje verliezen kunnen dat als traumatisch ervaren. De dood van je bejaarde vader of moeder kan net zo goed een grote schok zijn. Al kun je daar misschien makkelijker vrede mee hebben.
Nadrukkelijk praat ik over de aard van een verlies, niet over welk verlies zwaarder is. Het verlies waar jij mee te maken krijgt is voor jou op dit moment het grootste.
Is er ruimte in je leven om aandacht te schenken aan het geleden verlies? Heb je al je aandacht nodig om gewoon je werk te kunnen blijven doen, voor je gezin te blijven zorgen, goed voor jezelf te blijven zorgen? Na de dood van de ene bejaarde ouder kan het zijn dat de andere ouder extra zorg en aandacht nodig heeft.
Zijn er financiële zorgen, valt er nog van alles te regelen?
Zijn er broers, zussen, je gezin, familie, vrienden, waar je je verlies mee kunt delen? Of sta je er voor je gevoel alleen voor? Het kan ook zijn dat je anderen niet toelaat en het alleen wilt doen. Of je vindt dat je anderen er niet mee moet belasten, het is toch jouw verdriet.
De realiteit is vaak, dat er iets blijft liggen. Het kan niet allemaal tegelijk.
Er zijn verliezen die andere verliezen met zich meebrengen. Mensen die een natuurramp meemaken verliezen geliefden. Maar ook nog hun woning, hun dorpsgemeenschap, hun werk. Veel, heel veel. Ik denk aan mensen in oorlogssituaties, die traumatische ervaringen opdoen, mensen verliezen, moeten vluchten. Beelden zien we dagelijks op tv en in de krant. Hoeveel generaties zijn er nodig eer al die trauma’s verwerkt zijn?
Dichter bij huis denk ik aan een man die een herseninfarct krijgt. Een operatie heeft ernstige gevolgen. Hij revalideert nu. Zijn karakter en zijn bevattingsvermogen zijn anders. Niet alleen voor hem lastig maar ook voor zijn vrouw en kinderen. Hij wil graag zo snel mogelijk weer naar huis kunnen gaan. Zij heeft daar zorgen om.
In het kennismakingsgesprek vraag ik ook naar eerdere verliezen in iemands leven. Niet alleen verlies door de dood. Ook echtscheiding, ontslag, een verbroken vriendschap, ongewilde kinderloosheid kunnen onderdeel zijn van iemands verliesstapel. De vraag die daarop volgt is: En hoe ben je daar mee omgegaan? Ik vraag het niet uit nieuwsgierigheid. Zijn er dingen ‘blijven liggen’? Als dat zo is, gaan we terug naar het oude zeer.
Sabine Noten schreef in 2009 een indrukwekkend boek: Stapeltjesverdriet. Ze deed een uniek onderzoek naar heel jong verliestrauma en wat daarvan de gevolgen zijn op het beleven van later verlies. Ze concludeert dat het van levensbelang is voor het jonge kind dat een verlies meemaakt, dat het niet alleen gelaten wordt, om erbij te blijven en aanwezig te zijn. Het kind is totaal afhankelijk van zijn ouders. De resultaten van haar onderzoek maken duidelijk dat heel jonge kinderen, zelfs baby’s, op hun eigen manier ‘weet’ hebben van verlies.
Trauma, zo noemt ze het, een zielstrauma. Die ziel die onbewust mee wil gaan met degene die overlijdt en er niet meer is. Als je het boek leest wordt duidelijk wat verlies van een van de ouders of van een broertje of zusje met heel jonge kinderen kan doen. Ze beschrijft hoe kinderen onbewust gaan overleven. Dat overlevingsmechanisme blijft in stand ook in hun latere leven als er nieuwe verliezen komen. Gelukkig, er is ook nog een gezond deel.
Dat heeft ergens een innerlijk weten dat er een moment komt waarop je er niet meer omheen kunt. Misschien waren er fysieke en/of psychische klachten die lieten weten dat er iets aan de hand is. Het vraagt innerlijke bereidheid om het verlies in al zijn omvang ‘aan te zien’.
Die onderste steen is de grootste. In de begeleiding gaan we daar naar terug en kijken er uitgebreid naar. Met de ogen van het kind van toen, met de ogen van de volwassene van nu. We kijken naar het overlevingsmechanisme, dat zorgde voor overleven maar ook voor strategieën die een belemmering zijn om het leven in al zijn volheid te kunnen leven. Zoals het vermijden van situaties die lijken op het verliestrauma. Of de behoefte om alles onder controle te willen houden. Het gevoel van innerlijke leegte of andere onaangename gevoelens opvullen met drank, verdovende middelen, steeds weer zoeken naar nieuwe avonturen, seksualiteit, werk.
Ook hier kan systemisch werken waardevol zijn. Ik denk aan een paar wetmatigheden die daar bij horen. Zoals: Iedereen hoort erbij, ook de doden. Er is een natuurlijke rangorde. Dat kindje wat meteen overleed na de geboorte is wel het tweede kindje van de ouders. Het blijft je zusje wat je nooit gekend hebt. De balans van geven en nemen. Als een moeder een kind verliest, kan ze een tijd zelf zo getraumatiseerd zijn, dat ze niet kan geven. Wat gaat een kind dan op onbewust niveau doen? En voor mij het meest wezenlijke van systemisch werken: Nemen, vanuit het diepst van je hart en ziel, nemen wat er is.
Bewust worden en durven te voelen wat heel lang vast zat, zijn twee belangrijke schakels in dat proces. In de veilige en vertrouwde aanwezigheid van een begeleider of therapeut. Een proces wat heling kan brengen rond een verlies wat lang geleden plaatsvond.
Als je dingen herkent in dit verhaal en je voelt/weet dat er bij jezelf werk te doen is, aarzel niet om die stap te zetten en hulp te zoeken. Het is nooit te laat.